De Barometer

Hoe 'vangen' we een bredere kijk op concurrentiekracht in concrete feiten en cijfers? Welke indicatoren zijn daarvoor cruciaal? En hoe brengen we die vervolgens in beeld?

Op basis van de nieuwe definitie hebben we het prototype van een Barometer Brabantse Concurrentiekracht ontwikkeld, die bestaat uit een sociale, economische en omgevingscirkel die in elkaar grijpen en die tezamen de Brabantse concurrentiekracht omvatten. Elke pijler van de Barometer bevat een set van indicatoren die van invloed zijn op de concurrentiekracht.

Pijlers van de Brabantse Barometer

Het centrale idee is dat bij het versterken van de concurrentiekracht van Brabant wordt geredeneerd vanuit een integrale benadering. Het nastreven van economische groei wordt gedaan vanuit het perspectief om dit sociale fundament te versterken en verbeteren, met een gelijktijdige bekommernis om en positieve uitwerking voor het Brabantse leefklimaat. Het leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit van Brabant mag niet onherstelbaar beschadigen of verder onder druk komen te staan. Daarnaast zijn voor de concurrentiekracht ‘disruptieve indicatoren’ van belang: ontwikkelingen die van invloed zijn op meerdere pijlers van de concurrentiekracht. En die zowel kansen als bedreigingen in zich dragen. Technologische ontwikkelingen kunnen bijvoorbeeld nadelig uitwerken op de drie pijlers van concurrentiekracht, maar kunnen ook leiden tot nieuwe verdienmodellen of nieuwe ondernemingen. Entrepreneurship biedt prachtige kansen voor een succesvolle aanpak van maatschappelijke uitdagingen.


Onderstaande figuur geeft overzichtelijk weer om welke indicatoren het gaat. Bij de indicatoren is ten minste rekening gehouden met de relevantie voor de pijler, de beïnvloedbaarheid van de indicator (door beleidsingrepen), de meetbaarheid van de variabelen en de betrouwbaarheid van de databron (onder andere belangrijk voor de verschijningsfrequentie).

De Barometer geeft inzicht in de prestaties van Brabant op deze indicatoren. Uit de eerste meting blijkt dat Brabant op veel indicatoren goed scoort, zoals economische groei, R&D-investeringen, inkomen en woningmarkt. Maar we zien ook dat we zeker niet altijd in de voorhoede spelen.


Kijk bijvoorbeeld naar de arbeidsmarkt: met name hoger opgeleiden trekken relatief vaak naar elders voor werk of studie (netto 8.100 mensen tussen 2004 en 2011), terwijl we deze mensen in onze kenniseconomie hard nodig hebben. Uit de Barometer wordt ook duidelijk dat het opleidingsniveau van Brabanders gemiddeld gezien lager is dan in Nederland als geheel; het percentage hbo- en wo-opgeleiden onder 30-34 jarigen is 45,5%; daarmee neemt de provincie de zevende plaats in. De provincie scoort ook lager dan de Randstedelijke provincies als het gaat om leefaantrekkelijkheid. Tenslotte ligt het aandeel hernieuwbare energie met 7% rond het landelijk gemiddelde[1]. Er is dus nog veel te doen, maar er is nu al een tekort aan werknemers met de vereiste vaardigheden om de omslag naar een post-fossiele economie mogelijk te maken.


Voetnoot:
[1] Bron: TELOS Klimaatmonitor. Laatste peildatum 2016.